Eenvoudige instellingsgids
Opnamemodus
Instellingsstappen

Draai de moduskiezer om de gewenste opnamefunctie te selecteren.
P (automatisch programma) | Hiermee kun je opnamen maken waarbij de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde (F-waarde)). Je kunt ook diverse instellingen selecteren via het menu en deze naar wens aanpassen. |
---|---|
A (diafragmavoorkeuze) | Hiermee kun je het diafragma aanpassen en opnamen maken als je de achtergrond wilt vervagen, etc. |
S (sluitervoorkeuze) | Hiermee kun je snel bewegende onderwerpen fotograferen door de sluitertijd handmatig in te stellen. |
M (handmatige belichting) | Hiermee kunt je foto's met de gewenste belichting maken door de sluitertijd en het diafragma in te stellen. |
Slim automatisch (α6000) Automatisch (α6300) |
Hiermee kun je foto's maken waarbij de instellingen automatisch worden aangepast. |
Superior Auto | Hiermee kun je foto's van hogere kwaliteit maken dan in de modus Intelligent Auto, terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. |
MR (Geheug.nr. oproep.) (α6000) 1, 2 (Geheug.nr. oproep.) (α6300) |
Hiermee kun je een opname maken na het selecteren van vaak gebruikte modi of numerieke instellingen die vooraf zijn vastgelegd. |
Scherpstelmodus
Instellingsstappen

Druk op de Fn-knop, kies Focus Mode (Scherpstelmodus) en kies de gewenste modus.
![]() |
De scherpstelling wordt vergrendeld wanneer de scherpstellingsaanpassing is bereikt. Gebruik Single-shot AF als het onderwerp niet beweegt. |
---|---|
![]() |
Hiermee schakel je tussen Single-shot AF en Continue AF, afhankelijk van de beweging van het onderwerp. Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling vergrendeld wanneer de camera bepaalt dat het onderwerp niet beweegt. Zolang het onderwerp in beweging is, blijft de camera scherpstellen. Tijdens continu-opnamen maakt de camera vanaf de tweede opname automatisch opnamen met Continue AF. |
![]() |
De camera blijft scherpstellen zo lang de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Gebruik dit als het onderwerp beweegt. |
![]() |
Hiermee kun je handmatige en automatische scherpstelling combineren. |
![]() |
Hiermee kun je de scherpstelling handmatig aanpassen. |
Scherpstelgebied
Instellingsstappen

Druk op de Fn-knop, kies Focus Area (Scherpstelgebied) en kies de gewenste instelling.


Breed
Er wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp binnen het hele bereik van het beeld. Om het gebied waarop wordt scherpgesteld, worden een of meer groene kaders weergegeven.


Zone
Selecteer een zone op het scherm waarop je wilt scherpstellen.
Je kunt kiezen uit negen zones. Er wordt scherpgesteld op een onderwerp in de gekozen zone.


Centrum
Er wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het midden van het beeld.


Flexibele spot (S/M/L)
Hiermee verplaats je een scherpstelkader (selecteer S, M of L) naar een gewenst punt op het scherm en kun je scherpstellen op een zeer klein onderwerp in een smal gebied. Uitgebr. flexibel punt is ook beschikbaar op de α6300.
AF-vergrendeling (α6000)/Centr. AF-vergrend. (α6300)

Instellingsstappen

Druk op de middenknop en roep de AF-vergrendeling (α6000) of de Centr. AF-vergrend. (α6300) op, en kies daarna Aan.
Er is een handige instelling voor AF-vergrendeling (alleen in de modus AF-C) om een onderwerp te volgen door de ontspanknop half in te drukken. Op de α6000 kies je de onderste optie in het menu AF-vergrendeling. Op de α6300 kies je een van de AF-vergrendelingsfuncties in het menu Scherpstelgebied.
Eye AF
Instellingsstappen
α6000



α6300



Druk op de MENU-knop en selecteer Custom Key Settings (Aangepaste knopinstellingen).
Kies de gewenste knop (de AEL-knop in dit voorbeeld) en wijs Eye AF daaraan toe.
Lach-/gezichtsherkenning
Wanneer de camera een gezicht herkent (er kunnen maximaal acht gezichten tegelijk worden herkend), wordt het grijze gezichtsherkenningskader weergegeven. Wanneer de camera ontdekt dat automatische scherpstelling is ingeschakeld , wordt het gezichtsherkenningskader wit. Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt, wordt het kader weer groen.
Instellingsstappen

Druk op de MENU-knop, selecteer Smile/Face Detect (Lach-/gezichtsherkenning) en kies de gewenste instelling.
Details van menuoptie
Uit | Gezichtsherkenningsfunctie is niet in gebruik. |
---|---|
Aan (registratie van gezichten) | Wijs bij het herkennen van gezichten een hogere prioriteit toe aan gezichten die zijn geregistreerd bij Gezichtsregistratie. |
Aan | Wijs bij het herkennen van gezichten geen hogere prioriteit toe aan geregistreerde gezichten. |
Smile Shutter aan | Wanneer een glimlach wordt herkend, wordt automatisch een opname gemaakt. |
Transportmodus
Instellingsstappen

Druk op de linkerkant van het bedieningswiel en kies de gewenste instelling.
![]() |
Hiermee maak je één foto. Wordt voornamelijk gebruikt voor het fotograferen van een statisch onderwerp. |
---|---|
![]() -opnamen |
Hiermee maak je continu opnamen terwijl je de sluiterknop ingedrukt houdt. Continu opnemen met maximaal 11 fps. |
![]() |
Hiermee maakt de α6000 een opname na 10 of 2 seconden, of de α6300 na 10, 5 of 2 seconden. |
![]() |
Hiermee maak je 3 of 5 opnamen achter elkaar met de zelfontspanner. |
![]() |
Hiermee maak je opnamen, elk met een andere helderheidsgraad, terwijl je de sluiterknop ingedrukt houdt. |
![]() |
Hiermee maak je een bepaald aantal opnamen, één voor één, elk met een andere belichtingsgraad. |
![]() |
Hiermee maak je drie opnamen, elk met verschillende kleurtinten, op basis van de geselecteerde instellingen voor witbalans, kleurtemperatuur en kleurfilter. |
![]() |
Hiermee maak je drie opnamen, elk met een andere instelling van D-Range Optimizer. |
AF-volgduur (α6000)/Gevoel. AF-volg. (α6300) (filmopnamen)
Instellingsstappen

Druk op de MENU-knop en selecteer AF Track Duration (AF-volgduur). Kies de gewenste instelling.
Snelheid AF-aandrijving (filmopnamen)
Instellingsstappen

Druk op de MENU-knop en selecteer AF drive speed (Snelheid AF-aandrijving).
Kies de gewenste instelling.
Snel | Hiermee stel je de snelheid van AF-aandrijving in op Snel. Dit is geschikt voor het fotograferen van actieve scènes zoals sporten. |
---|---|
Standaard | Hiermee stel je de snelheid van AF-aandrijving in op Standaard. |
Langzaam | Hiermee stel je de snelheid van AF-aandrijving in op Langzaam. In deze modus verloopt het scherpstellen soepel wanneer het onderwerp of de focus verandert. Deze modus wordt ook gebruikt voor het opnemen van indrukwekkende films. |