Basisinstellingen voor het fotograferen van algemene bewegende onderwerpen
Basisinstellingen voor het fotograferen van algemene bewegende onderwerpen

Basisinstellingen voor het fotograferen van algemene bewegende onderwerpen

7 AF-instellingen
om te controleren.
Scherpstelmodus AF-C

Scherpstelmodus
AF-C

Scherpstelgebied Breed

Scherpstelgebied
Breed

AF-volgduur 3

AF-volgduur
3

Snelheid AF-aandrijving Snel

Snelheid AF-aandrijving
Snel

Lach-/gezichtsherkenning Uit

Lach-/gezichtsherkenning
Uit

Prioriteit instellen Gebalanceerde nadruk

Prioriteit instellen
Gebalanceerde nadruk

AF Range Control Naar behoefte

AF Range Control
Naar behoefte

Fotografietips

Hier is een tip voor scherpe, heldere fotoresultaten: in plaats van de opname te maken zodra er is scherpgesteld, houd je de sluiterknop gedurende ten minste 0,5 seconden half ingedrukt tot je een groen kader ziet als aanduiding van een nauwkeurige scherpstelling. Pas dan maak je de opname. Zo blijft de camera stabiel scherpstellen op het onderwerp voordat de opname wordt gemaakt. In situaties waarbij meerdere mensen in het kader verschijnen, stel je de functie Lach-/gezichtsherkenning in op Uit om te voorkomen dat de camera wordt scherpgesteld op een ander dan het beoogde onderwerp.

Basisbeginselen van instellingen

Stel de scherpstelmodus bij het fotograferen van een algemeen bewegend onderwerp in op AF-C, waarbij blijvend op het onderwerp wordt scherpgesteld terwijl de sluiterknop half wordt ingedrukt. Het wordt eveneens aanbevolen het scherpstelgebied in te stellen op Breed, waarbij de camera het onderwerp automatisch identificeert en erop scherpstelt. Andere AF-instellingen zijn onder meer AF-volgduur en Snelheid AF-aandrijving.