AF op de ogen

Wat is AF op de ogen?

Bij een portretopname is het belangrijk dat nauwkeurig scherpgesteld wordt op de ogen van het onderwerp. Om dit te vergemakkelijken zijn Sony α camera's uitgerust met de functie AF op de ogen. U kunt scherpstellen op de ogen van het onderwerp door op de toegewezen toets te drukken.

Instellen

α5100

  1. MENU → (Eigen instellingen) 5 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α6000

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α6300

  1. MENU → (Eigen instellingen) 7 → [Eigen toets(opname)] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α6500

  1. MENU → (Camera- instellingen2) 8/9 → [Eigen toets(opname)] → gewenste knop, en wijs daarna de functie [AF op de ogen] toe aan de knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7 (ILCE-7)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C).
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7R (ILCE-7R)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C).
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7S (ILCE-7S)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C).
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7II (ILCE-7M2)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C).
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7RII (ILCE-7RM2)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 7 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7SII (ILCE-7SM2)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S).
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C).
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7III (ILCE-7M3)

  1. MENU → (Camera- instellingen2) 8/9 → [Eigen toets] → gewenste knop, en wijs daarna de functie [AF op de ogen] toe aan de knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Als de camera is scherpgesteld op ogen terwijl [Inst. gez.prior. in AF] is ingesteld op [Aan], en de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), wordt tijdelijk een groen kader afgebeeld rond de ogen, ongeacht de instelling van de functie AF op de ogen.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α7RIII (ILCE-7RM3)

  1. MENU → (Camera- instellingen2) 8/9 → [Eigen toets] → gewenste knop, en wijs daarna de functie [AF op de ogen] toe aan de knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Als de camera is scherpgesteld op ogen terwijl [Inst. gez.prior. in AF] is ingesteld op [Aan], en de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), wordt tijdelijk een groen kader afgebeeld rond de ogen, ongeacht de instelling van de functie AF op de ogen.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α77II (ILCA-77M2)

  1. MENU → (Eigen instellingen) 6 → [Eigen toetsinstelling.] → wijs de functie [AF op de ogen] toe aan de gewenste knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur.
  • De functie AF op de ogen werkt niet wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

α99II (ILCA-99M2)

  1. MENU → (Camera- instellingen2) 8/9 → [Eigen toets(opname)] → gewenste knop, en wijs daarna de functie [AF op de ogen] toe aan de knop.
  2. Richt de camera op iemands gezicht en druk op de knop waaraan u de functie [AF op de ogen] hebt toegewezen.
  3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
  • Het kader rondom de ogen verdwijnt na een bepaalde tijdsduur wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Enkelvoudige AF (AF-S), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp stilstaat.
  • Het kader rondom de ogen wordt continu afgebeeld zolang u de toets ingedrukt houdt wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op Continue AF (AF-C), of wanneer deze is ingesteld op Automatische AF (AF-A) en het onderwerp beweegt.
  • Raadpleeg voor meer informatie de "Helpgids".

Opmerkingen

  • U kunt de functie AF op de ogen niet gebruiken wanneer het onderwerp te groot of te klein is binnen het kader.

    Voorbeeld van een onderwerp dat te klein is

    Voorbeeld van een onderwerp dat te groot is

  • De functie [AF op de ogen] werkt mogelijk niet erg goed in de volgende situaties:
    • Wanneer de persoon een zonnebril draagt.
    • Wanneer het haar de ogen van de persoon bedekt.
    • Onder omstandigheden met zwakke belichting of tegenlicht.
    • Wanneer de ogen dicht zijn.
    • Wanneer de persoon in de schaduw staat.
    • Wanneer de persoon onscherp is.
    • Wanneer de persoon te veel beweegt.
Back to TOP