Gids voor het instellen van de scherpstelling

Wanneer je met de ILCE-1 opnamen maakt van bewegende onderwerpen, worden de volgende standaardinstellingen aanbevolen.

Aanbevolen standaardinstellingen

Scherpstelfunctie	AF-C (Continue AF)	Scherpstellingsfunctieknop
[Voork.-inst. in AF-C]	[Gebal. Nadruk]	MENU → (Scherpstelling) 19/ 51
[Gevoel. AF-volg.]*	[3(standaard)]	MENU → (Scherpstelling) 19 / 51
[Scherpstelgebied]*	[Punt: M]	MENU → (Scherpstelling) 20 / 51
[V/H AFgeb.schak.]	[Enkel AF-punt]	MENU → (Scherpstelling) 20/ 51
[Gezicht/ogenAF]*	[Gez./og.prior. AF]: [Aan]	MENU → (Scherpstelling) 22 / 51

* Aanbevolen instellingen zijn afhankelijk van het onderwerp. Raadpleeg de tabel onderaan.

Als de camera is ingesteld op de modus AF-C (Continue AF), blijft deze scherpstellen zolang je de sluiterknop half ingedrukt houdt.

Als de camera is ingesteld op [Punt: M], kun je het scherpstelkader verplaatsen naar het gewenste punt op het scherm en scherpstellen op een klein onderwerp in een smal gebied. De grootte van het scherpstelkader kan worden geselecteerd. De gemiddelde grootte M wordt aanbevolen voor algemeen gebruik. Raadpleeg de tabel onderaan voor de instelling voor elk onderwerp.

• Andere instellingen

Breed:
Stelt automatisch scherp op een onderwerp dat het hele oppervlak van het scherm vult. Wanneer u de ontspanknop half indrukt in de stilstaand-beeldopnamefunctie, wordt een groen kader weergegeven rondom het gebied dat scherp is.

Zone:
Selecteer een zone op de monitor waarop moet worden scherpgesteld. Het product selecteert dan automatisch een scherpstelgebied.

Midden vast:
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het beeld. Gebruik dit samen met de scherpstelvergrendelingsfunctie om de gewenste compositie te creëren.

Uitgebreid punt:
Als niet kan worden scherpgesteld op één geselecteerd punt, worden scherpstellingspunten rondom de [Punt] als tweede prioriteitsgebied voor scherpstellen gebruikt.

• Fotografietips

Volgen:

Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Continue AF]. Wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden, begint de camera met het volgen van het onderwerp vanaf de instelpositie van het scherpstelkader. Richt de cursor op [Volgen] op het instelscherm [Scherpstelgebied] en selecteer daarna het gewenste gebied om het volgen te beginnen met behulp van de linker-/rechterkant van het besturingswiel. U kunt het gebied waarin het volgen begint ook naar het gewenste punt verplaatsen door het gebied op te geven als [Volgen: Zone], [Volgen: punt S]/[Volgen: punt M]/[Volgen: punt L] of [Volgen: uitgebreid punt].

• Een onderwerp volgen (volgfunctie)

[Gez./og.prior. AF]: [Aan]
Deze functie wordt gebruikt om te bepalen of de camera met voorrang scherpstelt op menselijke gezichten of ogen of niet.
Tijdens de automatische scherpstelling detecteert de camera het gezicht van een persoon binnen het scherpstelgebied en stelt vervolgens scherp op het gezicht of de ogen.
Wanneer [Scherpstelgebied] bovendien is ingesteld op [Volgen], zal nadat een gezicht vlak bij het scherpstelkader wordt herkend tijdens het volgen, automatisch worden scherpgesteld op het gezicht of de ogen. Deze functie is effectief wanneer het onderwerp een persoon, dier of vogel is.

• Scherpstellen op het gezicht of de ogen van een persoon
• Scherpstellen op de ogen van een dier of vogel

Bepaalt of de sluiter wordt geopend, ook al is het onderwerp niet scherpgesteld. De opname wordt gemaakt met een gebalanceerde nadruk op het scherpstellen en openen van de sluiter.

• Fotografietips [Voork.-inst. in AF-C]

Als deze instelling op [5(reactief)] is ingesteld, stelt de camera responsief scherp op onderwerpen op verschillende afstanden.

Als de instelling op [1(blijven volg.)] is ingesteld, blijft de camera scherpstellen op een specifiek onderwerp, zelfs wanneer andere voorwerpen voor het onderwerp langs komen.

[3(standaard)] wordt aanbevolen voor algemeen gebruik. Raadpleeg de tabel onderaan voor de instelling voor elk onderwerp.

• Fotografietips [Gevoel. AF-volg.]

Hiermee wordt de positie van het scherpstelkader afgestemd op hoe je de camera vasthoudt (horizontaal/verticaal). Het [Scherpstelgebied] wordt vastgezet.

• Andere instellingen

[Uit]:
Uit: het [Scherpstelgebied] of de positie van het scherpstelkader worden niet afgestemd op hoe je de camera vasthoudt (horizontaal/verticaal).

[AF-pnt+AF-geb.]:
AF-punt+AF-gebied: zowel het [Scherpstelgebied] als de positie van het scherpstelkader worden afgestemd op hoe je de camera vasthoudt (horizontaal/verticaal).

• Fotografietips [V/H AFgeb.schak.]