ILCE-1

* Systeemsoftware van de camera (firmware): Versie 2.00 of hoger

Flitser

Opnemen met de flitser

De camera kan de flitser gebruiken om beelden op te nemen, ongeacht de instelling van het sluitertype. Aangezien de bediening van de camera bij opnemen met een flitser verschilt afhankelijk van de instelling van het sluitertype, gebruikt u de optimale instelling voor de opnameomgeving. Wanneer u opneemt met de mechanische sluiter, kunt u het bereik van de flitssynchronisatiesnelheid vergroten met behulp van de MENU-instellingen.

Flitserprestaties op basis van het sluitertype

Flitssynchronisatiesnelheid*1

Mechanische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: [Uit] [SyncSnlhPrio flits.]: [Aan] *3
Flitssynchronisatiesnelheid 1/320 seconde (volframe)
1/400 seconde (APS-C-formaat)
1/400 seconde (volframe)
1/500 seconde (APS-C-formaat)

Elektronische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: [Uit] [SyncSnlhPrio flits.]: [Aan] *3
Flitssynchronisatiesnelheid 1/200 seconde (volframe)
1/250 seconde (APS-C-formaat)
Niet beschikbaar
*1:
Wanneer [Belichtingsstap] is ingesteld op [0,3 EV]
*3:
Alleen ingeschakeld wanneer de stilstaand-beeld-opnamefunctie S (Sluitertijdvoorkeuze) of M (Handm. belichting) is.

High-Speed Sync Photography (HSS)*1

Status wanneer de High-Speed Sync Photography van een flitser is ingeschakeld

Mechanische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: [Uit]

HSS uitgeschakeld HSS ingeschakeld
Sluitertijd
Enkele opname
BULB – 1/320 seconde (volframe)
BULB – 1/400 seconde (APS-C-formaat)
1/400 seconde – 1/8000 seconde (volframe)
1/500 seconde – 1/8000 seconde (APS-C-formaat)
Sluitertijd
Ononderbroken opname
30 seconden – 1/320 seconde (volframe)
30 seconden – 1/400 seconde (APS-C-formaat)
1/400 seconde – 1/8000 seconde (volframe)
1/500 seconde – 1/8000 seconde (APS-C-formaat)

[SyncSnlhPrio flits.]: [Aan] *3

HSS uitgeschakeld HSS ingeschakeld
Sluitertijd
Enkele opname
BULB – 1/400 seconde (volframe)
BULB – 1/500 seconde (APS-C-formaat)
1/500 seconde – 1/8000 seconde (volframe)
1/640 seconde – 1/8000 seconde (APS-C-formaat)
Sluitertijd
Ononderbroken opname
30 seconden – 1/400 seconde (volframe)
30 seconden – 1/500 seconde (APS-C-formaat)
1/500 seconde – 1/8000 seconde (volframe)
1/640 seconde – 1/8000 seconde (APS-C-formaat)

Elektronische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: uitgeschakeld tijdens opnemen met behulp van de elektronische sluiter.

HSS uitgeschakeld HSS ingeschakeld
Sluitertijd
Enkele opname
30 seconden – 1/200 seconde (volframe)
30 seconden – 1/250 seconde (APS-C-formaat)
1/250 seconde – 1/32000 seconde (volframe)
1/320 seconde – 1/32000 seconde (APS-C-formaat)
Sluitertijd
Ononderbroken opname
0,5 seconden – 1/200 seconde (volframe)
0,5 seconden – 1/250 seconde (APS-C-formaat)
1/250 seconde – 1/32000 seconde (volframe)
1/320 seconde – 1/32000 seconde (APS-C-formaat)
*1:
Wanneer [Belichtingsstap] is ingesteld op [0,3 EV]
*3:
Alleen ingeschakeld wanneer de stilstaand-beeld-opnamefunctie S (Sluitertijdvoorkeuze) of M (Handm. belichting) is.

Snelheid van ononderbroken opnemen (wanneer u opneemt zonder gebruik te maken van een flitser)*2

Mechanische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: [Uit]

Transportfunctie Snelheid van ononderbroken opnemen
Hi+ Maximaal 10 beelden per seconde
Weergave naderhand
Hi Maximaal 8 beelden per seconde
Live weergave
Mid Maximaal 6 beelden per seconde
Live weergave
Lo Maximaal 3 beelden per seconde
Live weergave

[SyncSnlhPrio flits.]: [Aan] *3

Transportfunctie Snelheid van ononderbroken opnemen
Hi+ Maximaal 10 beelden per seconde *5
Weergave naderhand
Hi Maximaal 8 beelden per seconde *5
Live weergave
Mid Maximaal 6 beelden per seconde
Live weergave
Lo Maximaal 3 beelden per seconde
Live weergave

Elektronische sluiter

[SyncSnlhPrio flits.]: uitgeschakeld tijdens opnemen met behulp van de elektronische sluiter.

Transportfunctie Snelheid van ononderbroken opnemen
Hi+ Maximaal 30 beelden per seconde *6
Hi Maximaal 20 beelden per seconde *4
Mid Maximaal 15 beelden per seconde *4
Lo Maximaal 5 beelden per seconde *4
*2:
De aangegeven snelheden voor ononderbroken opnemen geleden voor opnemen zonder flitser. Wanneer u opneemt met een flitser, kan de snelheid van het ononderbroken opnemen lager zijn, afhankelijk van de flitser en hoe deze wordt gebruikt.
*3:
Alleen ingeschakeld wanneer de stilstaand-beeld-opnamefunctie S (Sluitertijdvoorkeuze) of M (Handm. belichting) is.
*4:
Instellingen bij levering af fabriek. U kunt [20 beelden/s], [15 beelden/s], [10 beelden/s] of [5 beelden/s] selecteren in het MENU.
*5:
De maximumsnelheid van ononderbroken opnemen neemt af wanneer de sluitertijd is ingesteld op 1/400 seconde (volframeformaat) of 1/500 seconde (APS-C-formaat).
*6:
Wanneer u ongecomprimeerde RAW-beelden opneemt, is de maximumsnelheid 20 beelden per seconde.

Verschil tussen de flitsers die kunnen worden gebruikt op basis van het sluitertype

Wanneer [Mechan. sluiter] is geselecteerd:

U kunt een flitser met een synchronisatie-aansluitkabel of een flitser gefabriceerd door Sony gebruiken.

Wanneer [Elektron. sluiter] is geselecteerd:

U kunt een flitser gefabriceerd door Sony gebruiken die ondersteuning biedt voor een multi-interfaceschoen.

Wanneer [Automatisch] is geselecteerd:

  • U kunt een flitser met een synchronisatie-aansluitkabel of een flitser gefabriceerd door Sony gebruiken tijdens enkele opname, bracketopname en zelfontspanneropname.
  • U kunt alleen een flitser die compatibel is met de multi-interfaceschoen (gefabriceerd door Sony) gebruiken tijdens ononderbroken opnemen.

Ononderbroken opnemen met een flitser

Wanneer u ononderbroken opneemt met een flitser, varieert de snelheid van het ononderbroken opnemen afhankelijk van de flitser die u gebruikt en de hoeveelheid flitslicht. Bovendien, wanneer u opneemt met een flitser terwijl het sluitertype is ingesteld op de elektronische sluiter, wordt de snelheid van het ononderbroken opnemen hoger dan de snelheid van de mechanische sluiter en kunnen de opgenomen beelden vaak donkerder zijn doordat de flitser niet is afgegaan. In dat geval verlaagt u de hoeveelheid flitslicht met behulp van de handmatige instelling en past u de ISO-waarde en sluitertijd aan om de kans dat de flitser niet afgaat te minimaliseren.