De aanraakbedieningen gebruiken om een selfie te maken

Door de monitor ongeveer 180° omhoog te draaien, kunt u het weergegeven beeld controleren wanneer u een selfie maakt door middel van aanraken.

Het is handig om de functie Zelfportr./-ontspan. te gebruiken bij het opnemen van stilstaande beelden.

Zelfportr./-ontspan.

De camera instellen

  1. [Aanraakfunctie]

    MENU → (Instellingen) → [Aanraakfunctie] → [Aan].

    MENU → (Instellingen) → [Aanr.pan./touchpad] → [Aanraakpaneel+pad] of [Alleen aanraakpan.].

  2. [Scherpstelgebied]

    MENU → (Camera- instellingen1) → [Scherpstelgebied] → selecteer [Breed], [Zone], of [Midden].

  3. [Zelfportr./-ontspan.]

    MENU → (Camera- instellingen1) → [Zelfportr./-ontspan.] → [Aan].

  4. Selfie-stand

    Drukken op de MENU-knop. (Zet dit apparaat in de opnamefunctie.)
    Draai de monitor van de camera ongeveer 180° omhoog en richt daarna de lens op uzelf (selfie-stand).

Gids voor het gebruik van de camera

Opnemen met [Zelfportr./-ontspan.]

[Zelfportr./-ontspan.] is beschikbaar bij het opnemen van stilstaande beelden nadat u [Zelfportr./-ontspan.] hebt ingesteld op [Aan] en de monitor ongeveer 180° omhoog hebt gedraaid. Wanneer u klaar bent om op te nemen, controleert u het weergegeven beeld en raakt u de monitor aan. Het is mogelijk opnamen met minder camerabeweging te maken omdat de camera scherpstelt op u op de plaats waar u de monitor aanraakt, maar het beeld drie seconden later opneemt met behulp van de zelfontspanner*.
Als [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Zone], drukt u op het midden van het besturingswiel om het scherpstelkader te vergrendelen, en raakt u vervolgens de monitor aan.

U kunt ook een beeld opnemen door op de ontspanknop te drukken. Druk in dat geval de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen voordat u hem helemaal indrukt om op te nemen. De camera neemt het beeld drie seconden later op met behulp van de zelfontspanner*.

* De zelfontspanner maakt gebruik van de automatische scherpstelling [AF-S] die wordt vergrendeld zodra de onderwerpen scherpgesteld zijn.


Scherpstellen op het gezicht of de ogen van een persoon

Als u van tevoren [Scherpstelgebied] instelt op [Breed], [Inst. gez.-/ogen-AF] instelt op [Aan] en [Onderwerpherkenn.] instelt op [Mens] voordat u [Zelfportr./-ontspan.] instelt zoals hiervoor beschreven, kunt u de instelling van de zelfontspanner* zodanig veranderen dat de sluiter wordt ontspannen 3 seconden nadat u een gezicht hebt aangeraakt op de monitor om scherp te stellen op dat gezicht of de ogen.

* De zelfontspanner maakt gebruik van de automatische scherpstelling [AF-S] die wordt vergrendeld zodra de onderwerpen scherpgesteld zijn.

Belangrijkste instellingen
  1. MENU → (Camera- instellingen1) → [Scherpstelgebied] → [Breed].

  2. MENU → (Camera- instellingen1) → [Inst. gez.-/ogen-AF] → [Gez.-/og.prior. in AF] → [Aan].
    Om de functie [Zelfportr./-ontspan.] in te schakelen:MENU → (Camera-instellingen1) → [Inst. gez.-/ogen-AF] → [Onderwerpherkenn.] → [Mens].

Helpgids voor deze camera

Een andere functie van de aanraakbedieningen gebruiken dan [Aanraaksluiter]

[Aanraaksluiter] is de functie van de aanraakbedieningen op het scherm die wordt ingeschakeld door [Zelfportr./-ontspan.] in te stellen op [Aan] en de monitor ongeveer 180° omhoog te draaien. Om [Aanraakscherpstell.] of [Aanraakvolgen] te gebruiken, stelt u [Zelfportr./-ontspan.] in op [Uit] en geeft u de gewenste functie op voor [Fnct van aanraakfnct].

Helpgids voor deze camera

*De afbeeldingen van het menuscherm op deze webpagina zijn vereenvoudigd voor weergavedoeleinden en geven de werkelijke schermweergave van de camera dus niet exact weer.