De AF-snelheid tot een onderwerp is scherpgesteld instellen
Wanneer u bewegende beelden opneemt, kunt u de snelheid waarmee op onderwerpen in het scherpstelkader wordt scherpgesteld instellen in [AF-snelheid].
AF-snelheid (bewegende beelden)
De camera instellen
-
[Scherpstelfunctie]
MENU → (Camera- instellingen1) → [Scherpstelfunctie] → [AF-C].
-
[AF-snelheid]
MENU → (Camera- instellingen2) → [AF-snelheid] → gewenste instelling.
Helpgids voor deze camera
Opmerking
Als [Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p], kan [AF-snelheid] niet worden gebruikt.
Gids voor het gebruik van de camera
[AF-snelheid] instellen aan de hand van de opnameomstandigheden
[Snel]
[Standaard]
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op normaal.
[Langzaam]
Hint
Indien gebruikt met [Gevoel. AF-volg.] biedt deze instelling optimale instelmogelijkheden voor de onderwerpen of scènes die u opneemt.
* De afbeeldingen van het menuscherm op deze webpagina zijn vereenvoudigd voor weergavedoeleinden en geven de werkelijke schermweergave van de camera dus niet exact weer.
* de afbeeldingen op deze webpagina dienen uitsluitend als voorbeeld. Dit zijn niet daadwerkelijke afbeeldingen gemaakt met de camera.