Automatisch scherpstellen aan de hand van de beweging en grootte van het onderwerp

Gebruik de volgende functies als hulp bij automatisch scherpstellen.

Hint

Wanneer u opneemt met behulp van de monitor, kunt u opgeven waarop automatisch scherpgesteld moet worden, en opnemen door een plaats op de monitor aan te raken.

Scherpstelfunctie / Scherpstelgebied

De camera instellen

  1. [Scherpstelfunctie]

    MENU → (Camera- instellingen1) → [Scherpstelfunctie] → [AF-S], [AF-A] of [AF-C].

  2. [Scherpstelgebied]

    MENU → (Camera- instellingen1) → [Scherpstelgebied] → gewenste instelling.

Helpgids voor deze camera

Gids voor het gebruik van de camera

Scherpstellen aan de hand van de beweging van het onderwerp

De [Scherpstelfunctie] instelling aanpassen aan de beweging van het onderwerp.

[AF-S]
Vergrendelt de scherpstelling zodra het onderwerp is scherpgesteld nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt. Aanbevolen voor landschappen of foto's van stilstaande onderwerpen.
[AF-A]

Schakelt automatisch om tussen [AF-S] en [AF-C] als reactie op beweging van het onderwerp.

[AF-C]
Houdt het onderwerp scherpgesteld zo lang u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt. Aanbevolen voor bewegende onderwerpen en het opnemen van sportscènes of dieren.

Scherpstelgebied

Kies het beste scherpstelgebied aan de hand van de positie of grootte van het onderwerp.

[Breed]
Stelt scherp op onderwerpen op de hele monitor. Effectief voor onvoorspelbare onderwerpen, zoals kinderen, dieren of atleten.
[Zone]
Stelt automatisch scherp binnen de door u geselecteerde scherpstellingszone op de monitor. [Zone] is onderverdeeld in negen scherpstelgebieden waardoor het effectief is bij scherpstellen op bewegende onderwerp binnen deze specifieke gebieden.
[Midden]
Stelt scherp op onderwerpen in het midden van de monitor. Bij gebruik met scherpstelvergrendeling is dit effectief voor opnamen met uw gewenste compositie.
[Flexibel punt] [Uitgebr. flexibel punt]
Stelt scherp op zeer kleine onderwerpen of smalle gebieden in een kader dat u vrij kunt verplaatsen op de monitor. Kies een klein, middelgroot of groot scherpstelkader. [Uitgebr. flexibel punt] vergroot het scherpstelgebied rondom het [Flexibel punt] als scherpstellen niet mogelijk is binnen de door u geselecteerde spot.

Het scherpstelkader verplaatsen ([Zone], [Flexibel punt], [Uitgebr. flexibel punt])

Als [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Zone], [Flexibel punt] of [Uitgebr. flexibel punt], worden driehoekjes afgebeeld aan de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het scherpstelkader. Het scherpstelkader kan worden verplaatst met behulp van de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel.

Het scherpstelkader is klaar om te worden verplaatst (wanneer het flexibele punt is geselecteerd)

Om het scherpstelkader op het scherm te centreren, drukt u op de (wis-)knop.

Scherpstelkader linksboven

Centreert het scherpstelkader

Druk op de middenknop om de positie van het scherpstelkader te vergrendelen.

Het scherpstelkader is vergrendeld (wanneer het flexibele punt is geselecteerd)

Selecteer opnieuw [Zone], [Flexibel punt] of [Uitgebr. flexibel punt] in [Scherpstelgebied] of gebruik de customknop waaraan u de functie [Scherpstelstandaard] hebt toegewezen. Nadat u de functie [Scherpstelstandaard] hebt toegewezen aan een customknop, kunt u het scherpstelkader door eenvoudigweg op de toegewezen knop te drukken.

Hint

Selecteer MENU → (Camera-instellingen1) → [Scherpst.kaderkleur] om de kleur van het scherpstelkader te veranderen in rood.

Door aanraking kunt u kiezen waarop u wilt scherpstellen.

Probeer deze handige scherpstellingsfuncties.

Helpgids voor deze camera

*De afbeeldingen van het menuscherm op deze webpagina zijn vereenvoudigd voor weergavedoeleinden en geven de werkelijke schermweergave van de camera dus niet exact weer.

Opmerking: de afbeeldingen op deze webpagina dienen uitsluitend als voorbeeld. Dit zijn niet daadwerkelijke afbeeldingen gemaakt met de camera.