2.4. De Wi-Fi-instellingen van de camera configureren vanaf uw smartphone (wordt niet ondersteund door sommige cameramodellen)

Voor het configureren van de Wi-Fi-instellingen van de camera moet informatie op de smartphone worden ingevoerd, zoals de SSID, het wachtwoord en het IP-adres, en moet vervolgens deze informatie worden overgebracht naar de camera. Deze procedure elimineert de noodzaak om informatie, zoals de SSID en het wachtwoord, handmatig in te voeren op de camera.

Ondersteunde camera
ILCE-1*1, 9M3, 7RM5*1, 7SM3*2, 7CR, 7CM2, 7M4*1
*1 : systeemsoftwareversie 2.00 of hoger
*2 : systeemsoftwareversie 3.00 of hoger
  1. Tik op MENU [] → [Camera Wi-Fi settings] → [Next].
  2. Selecteer uw camera.
  3. Wanneer een lijst met de accesspoints die zijn gedetecteerd door de camera wordt afgebeeld, selecteert u het accesspoint of de camera waarmee u verbinding wilt maken.
  4. Voer het wachtwoord van het accesspoint in.
    • Als u [Other] hebt geselecteerd, voert u zowel de SSID als het wachtwoord in.
  5. Tik op [Next] om de accesspointinformatie weg te schrijven.
    • Wanneer het bericht [Set was completed.] wordt afgebeeld, is de procedure voltooid.