Vertraagde/versnelde bewegende beelden opnemen

U kunt een momentopname vastleggen die niet kan worden waargenomen met het blote oog (vertraagde opname), of een langdurig fenomeen opnemen in een gecomprimeerde film (versnelde opname). U kunt bijvoorbeeld een intense sportscène opnemen, het moment waarop een vogel begint te vliegen, een bloeiende bloem, en een steeds wisselende wolkenlucht of een sterrenhemel. Geluid wordt niet opgenomen.

Hier wordt de methode beschreven om vertraagde/versnelde bewegende beelden op te nemen in de stand [Slim automat.].
In de stand [Slim automat.] stelt de camera automatisch scherp en bepaalt deze automatisch de belichting aan de hand van de opnameomstandigheden.

In dit gedeelte wordt de methode beschreven waarbij de camera automatisch scherpstelt op onderwerpen die zich in het midden van het scherm bevinden, door de camera op de stand [Slim automat.] te zetten.

  1. De camera inschakelen

    Druk op de ON/OFF (aan/uit)-knop om de camera in te schakelen.

  2. Instellen op vertraagde/versnelde opnamefunctie

    Druk op de stilstaande/bewegende beelden/S&Q-knop (A) om de vertraagde/versnelde opnamefunctie te selecteren.
    Het pictogram (vertraagde/versnelde opnamefunctie) verschijnt links bovenaan op de monitor.

  3. [Slim automatisch] selecteren

    MENU → (Opname) → [Opnamemodus] → [Opn.modus] → [Slim automat.].

  4. Instellen op [Continue AF]

    MENU → (Scherpstelling) → [AF/MF] → [Scherpstelfunctie] → [Continue AF].

    [Continue AF]: De camera blijft scherpstellen tijdens het opnemen van bewegende beelden.

  5. Instellen op [Midden vast]

    MENU → (Scherpstelling) → [Scherpstelgebied] → [Scherpstelgebied] → [Midden vast].

    [Midden vast]: Maakt het gemakkelijker om scherp te stellen op onderwerpen die zich in het midden van het scherm bevinden.

  6. Het opnemen van vertraagde/versnelde bewegende beelden instellen

    MENU → (Opname) → [Beeldkwal./opn.] → [Inst. vertr.+versn.] → [Opn.beeldsnelh.] → gewenste instelling.

    MENU → (Opname) → [Beeldkwal./opn.] → [Inst. vertr.+versn.] → [Beeldsnelheid] → gewenste instelling.

    De weergavesnelheid van opgenomen films zal langzamer of sneller zijn dan de normale snelheid door [Opn.beeldsnelh.] en [Beeldsnelheid] in te stellen.

  7. Het opnemen van vertraagde/versnelde bewegende beelden starten

    Druk op de MOVIE-knop om het opnemen te starten.

  8. Het opnemen van vertraagde/versnelde bewegende beelden eindigen

    Druk nogmaals op de MOVIE-knop om het opnemen te stoppen.

Helpgids voor deze camera