Opnemen met afstandsbediening

Als u de camera via USB aansluit op de computer, kunt u beelden opnemen vanaf de computer met behulp van het bedieningspaneel in Remote. De opgenomen beelden worden automatisch opgeslagen in de opgegeven map op de computer in het opgegeven formaat.

Stilstaande beelden opnemen

  1. Sluit de computer en de camera op elkaar aan.

    De camera aansluiten op de computer

  2. Open op de computer, Remote.

  3. Maak de instellingen (scherpstelling, belichting, witbalans enz.) op het bedieningspaneel.

    Bedieningspaneel

  4. Zorg ervoor dat het onderwerp scherpgesteld is.

  5. Klik op het bedieningspaneel op (Foto).

    De camera neemt een beeld op. Het beeld wordt automatisch opgeslagen in de map die is opgegeven in het paneel [Opslaan in].

Tip

  • Nadat Remote is geopend, wordt [Externe opnamen] tijdelijk afgebeeld bovenaan het map-gebied van Viewer. U kunt de opgenomen beelden bekijken in deze map.

    Opnamen met afstandsbediening

Opmerking

  • Als u geen beelden kunt opnemen met de zelfontspanner enz., kan de scherpstelling verkeerd zijn. Gebruik in dat geval de AFL-knop of de handmatige-scherpstellingsfunctie.
  • Bevestig in de camera-instellingen de opslagbestemming, de opgeslagen beeldgrootte en het opgeslagen beeldformaat dat wordt gebruikt wanneer stilstaande beelden worden opgeslagen met behulp van opnemen met afstandsbediening vanaf een computer.

Opnemen met intervaltimer

Intervalopname is een functie voor het automatisch herhaald opnemen aan de hand van een opgegeven opnamestarttijd, opname-interval, en het aantal opnamen. Wij adviseren u de beelden regelmatig te controleren tijdens de intervalopname.

  1. Klik op het bedieningspaneel op (Opname met intervaltimer vanuit deze toepassing).

  2. Stel de opnamestarttijd en de opnameomstandigheden in.

    Opnemen met intervaltimer
    • A Opname starten

      Onmiddellijk beginnen met vastleggen: Vink aan om onmiddellijk te beginnen met opnemen.
      Vastleggen starten na opgegeven vertraging: Vink aan om de tijd van het opnemen op te geven. Voer een tijd in om te beginnen.

    • B Opname-interval

      Voer het opname-interval in minuten en seconden in.

    • C Aantal vast te leggen afbeeldingen

      Het aantal vast te leggen afbeeldingen niet opgeven.: Neem herhaaldelijk op totdat op de [Stoppen]-knop wordt geklikt.
      Aantal vast te leggen afbeeldingen: Voer een aantal opnamen in.

  3. Klik op [Starten].

Opmerking

  • Voor intervalopname stelt u de transportfunctie in op [Enkele opname].
  • Verwijder alle bestanden in de doelmap voordat u Opnemen met intervaltimer start. Opnemen met intervaltimer wordt niet gestart als er nog bestanden in de doelmap staan.
  • De functie [Voorbeeld weergeven in Viewer] wordt uitgeschakeld tijdens Opnemen met intervaltimer.

Bewegende beelden opnemen

  1. Zet de camera in de stand voor bewegende beelden.

  2. Klik op het bedieningspaneel op (Video).

    Om te stoppen met het opnemen van bewegende beelden, klikt u opnieuw op (Video) .

    • Opgenomen video's worden opgeslagen op de geheugenkaart van de camera.
    • Bewegende beelden worden niet afgebeeld in [Externe opnamen] bovenaan het map-gebied van Viewer.